Vandaag :
♔ niets op de agenda
Vandaag jeugd:
Vandaag niets op de jeugdagenda

roha

Geen training 28 april

De training die door Rob Hählen voorafgaand aan de rapid wordt gegeven gaat wegens verhindering van Rob niet door. Deze mogelijkheid was donderdag jl. al aangekondigd en wordt bij dezen bevestigd.

Het materiaal wordt binnenkort op de website geplaatst. Bericht volgt wanneer het toegankelijk is.

De wedstrijdleider zal laten weten of er een extra ronde van de rapidcompetitie zal worden gespeeld.

Bekercompetitie nadert ontknoping

Op 10 maart zijn de kwartfinales Gerard Jongen – Ton de Veij en Vladimir Bartels – Paul Meijer gespeeld. Ton en Vladimir moesten beide winnen om door te gaan naar de halve finale. En dat gebeurde ook. In de halve finale gaan zij uitmaken wie finalist wordt. Ton heeft het voordeel van de witte stukken, zijn eerste zet laat zich raden.

De partij tussen Frans Hoepermans en Frank van der Velpen is niet gespeeld. Frans had aangegeven wegens ziekte een aantal weken niet te kunnen spelen. Daardoor kon die kwartfinale niet tijdig worden gespeeld. De partij is voor Frank gewonnen verklaard en hij is daarmee door naar de halve finale. Zijn tegenstander is Rob Hählen die met wit snel won van Frans Kerkhoff. Rob moet het met de zwarte stukken tegen Frank opnemen en heeft het voordeel dat hij aan remise genoeg heeft om zich voor de vijfde keer finalist te kunnen noemen. Degenen die ‘Het knaagt’ gelezen hebben kunnen zich voorstellen dat het een beladen partij is waarbij Frank alles op alles zal zetten het niet zover te laten komen.

Door alle verschuivingen in speeldata die er als gevolg van de coronacrisis zijn gedaan is nog niet duidelijk wanneer de finale wordt gespeeld. Wel is nu al duidelijk dat, ongeacht de uitslag van de partij tussen Ton de Veij en Vladimir Bartels, Frank van der Velpen in de finale met zwart zal spelen of Rob Hählen met wit.

Swindelen 2

Sorry, maar u heeft geen toegang tot deze pagina.

Het knaagt

Natuurlijk ben ik tevreden en blij met mijn overwinning op Frank. Tot op het bot gemotiveerd en voorbereid was ik. Niet dat de openingsvoorbereiding nog enige zin had na zijn 1. …, b7-b5 maar de mentale instelling betaalde zich uit. De winst kwam nu niet, zoals in onze eerste partij, doordat hij in potremisestelling zijn dame weggaf.

Met wit offer ik op de 15e zet een paard voor twee pionnen. Als compensatie krijg ik een ijzersterk beweeglijk stel centrumpionnen, zijn koning blijft nog even in het midden en de zwarte stukken kunnen moeilijk goede velden vinden. Het nadeel is dat ik veel tijd gebruik om de consequenties te overwegen. In een rapid- of snelschaakpartij zou ik het offer vrijwel onmiddellijk gespeeld hebben. Er is immers niet veel te berekenen, het gaat meer om de stelling dan concrete varianten. Nu besteed ik onnodig veel tijd. Slecht tijdmanagement.

Stockfish keurt het offer goed, geeft me veel voordeel maar laat genadeloos zien dat we beiden herhaaldelijk de scherpste voortzettingen en beste verdedigingen missen.

Thuisgekomen vertel ik enthousiast over de partij en het rare incident dat zich heeft voorgedaan. Dat incident legt een smet op de partij waardoor ik er uiteindelijk een dubbel gevoel aan overhoud. Frank ongetwijfeld ook.

Wat is het geval?

Na de 42e zet van Frank (diagram) kan ik de genadeklap uitdelen door op f7 te slaan. Met ongeveer twee minuten op de klok, Frank had dacht ik nog een minuut of tien, kan ik zetten herhalen. Daarmee win ik wat seconden, voor het geval ik mijn komende materiaalwinst tot mat moet gaan verzilveren. In mijn achterhoofd zit het regeltje ‘als je zetten wilt herhalen voor tijdwinst kun je dat maar één keer doen’. Ik pen de zwarte toren met mijn loper, Frank geeft schaak wat ik pareer met de loper, dat doen we nog een keer. Dan zegt Frank dat hij zijn dame naar d8 zal gaan spelen, pakt de dame op om het te illustreren en dat hij remise claimt op grond van drie keer dezelfde stelling. Op dat moment ben ik er heilig van overtuigd dat zijn claim niet terecht is, na Dd8 is die stelling pas voor de tweede keer op het bord. Hij zou gelijk hebben als ik weer de toren zou pennen maar dat ben ik niet van plan. Eerder had ik al eens remise aangeboden, door Frank zoals meestal in onze partijen geweigerd. Maar het is nu duidelijk dat ik volslagen gewonnen sta en alleen maar wat extra seconden wil sprokkelen. Natuurlijk geen remise, daar was de zetherhaling niet voor bedoeld. Nu ga ik het uit maken. Ik zeg met stelligheid dat zijn claim niet klopt, een van de omstanders is de wedstrijdleider die daar natuurlijk niet op heeft gelet en denkt dat mijn bewering klopt. Frank speelt Dd8, ik sla op f7 en na Ld6+ geeft Frank op.

In mijn verslag thuis beweer ik met grote stelligheid, net zo stellig als tijdens de partij, dat Frank ongelijk had met zijn claim. In gedachten laat ik de zetten nog eens de revue passeren: de claim klopt echt niet, dat is één keer, dat is twee keer, hier ga ik verder. Toch blijft het knagen en in de nacht realiseer ik me dat ik een stelling te laat ben begonnen te tellen. Dat zit me niet lekker. ’s Morgens na het opstaan als eerste de partij gaan invoeren. Fritz geeft drie keer zelfde stelling aan. Verdorie, had Frank toch gelijk…

Maar waarom zet hij de klok dan niet stil om het te verifiëren? Dat is toch ook onderdeel van de procedure bij een dergelijke remiseclaim. Misschien vond hij de nederlaag terecht en wilde hij niet op die manier een half punt pakken? Als ik dat bedenk denk ik er gelijk achteraan dat dat in een externe partij natuurlijk volstrekt uit den boze is. Moet ik nu achteraf nog remise geven? Of is dat valse sportiviteit? Is dat niet net zoiets als een zet laten terugnemen als je tegenstander geblunderd heeft? Omdat ‘het zo’n leuke partij’ was? Of maar niet ‘aanraken is zetten’ zeggen? Of de tegenstander door de klok jagen vanuit remisestelling en dan achteraf uit wroeging remise geven? Ja, aan alle vier heb ik me meer dan eens bezondigd.

Ik kom er niet uit, gemengde gevoelens blijven. Blij met de winst, tevreden over mijn spel. Maar wat een idiote blunder eigenlijk. Via de mail bied ik Frank excuus aan.

Terwijl Stockfish bezig is met de analyse laat ik in gedachten de slotfase nog eens de revue passeren. Waarbij aangetekend dat dit uit mijn geheugen komt, vanuit mijn perspectief is geschreven. Feiten zijn ongeveer wel duidelijk. Zit er ook fictie in mijn geheugen, waar dan? Nog verifieerbaar?
Veel vragen gaan er door mijn hoofd.
Bewust heb ik voor een zetherhaling gekozen om tijd te winnen. Toen kwam een in mijn ogen onterechte, remiseclaim. Mijn stellige ontkenning waarbij ik dacht: ‘die discussie ga ik niet in mijn tijdnood voeren, mijn klok loopt’. Maar als mijn klok loopt is de partij toch voortgezet? Wat is er dan misgegaan?
Hoe is de procedure? Ik weet dat je moet aankondigen dat je een zet gaat spelen en dat daardoor drie keer dezelfde stelling gaat ontstaan met de zelfde speler aan zet. Dat heeft Frank toch correct gedaan? Maar de klok stilzetten hoort er toch ook bij?

Het FIDE-reglement moet maar uitsluitsel geven.
Daarin staat (artikel 9.2 e.v.) dat Frank eerst de zet had moeten opschrijven (is niet gebeurd, daar zou ik overigens niet over gevallen zijn). Vervolgens had hij moeten zeggen dat hij (in dit geval) Dd8 zou gaan spelen. Dat heeft hij correct gedaan maar wel de dame opgepakt.
Artikel 9.5 zegt dat de speler of de arbiter de klok moet stilzetten. Dat is niet gebeurd, de klok is voor zover ik weet ingedrukt. Dat is de reden dat ik dacht de discussie niet in mijn tijd te gaan voeren. Als de klok is ingedrukt is de zet voltooid en is de andere speler aan zet.
In artikel 9.4 ten slotte staat dat als de speler een stuk aanraakt hij bij die zet dan het recht verliest om remise te claimen op grond van artikel 9.2 (dat wist ik niet).
Terdege besef ik dat het navlooien van het reglement natuurlijk niet alleen bedoeld is om het allemaal eens haarfijn te weten te komen. Maar ook bedoeld om enigszins mijn geweten te sussen. Zoiets als: ‘je hebt wel gelijk maar omdat je de regeltjes niet hebt gevolgd heb je tegelijk niet gelijk’.

Alles bij elkaar kies ik uiteindelijk voor het standpunt dat gedane zaken geen keer nemen. Gezet is gezet, opgegeven is opgegeven. En is het vruchtbaarder om te kijken welke lessen uit het voorval geleerd kunnen worden.
Voor mij zijn die:

  • Onthouden dat je een zetherhaling om tijd te winnen maar één keer kunt doen.
  • Als het in een paar zetten uit is is het volstrekt onnodig om zetten te gaan herhalen (wat bezielde me??).
  • Het is belangrijk om bij een claim het reglement te kennen en te volgen. Een omgekeerde toren is géén dame.
  • Bij een discussie altijd de klok stil zetten. Voor zover ik weet is de straf hooguit dat de tegenstander er tijd bij krijgt. Dat moet ik nog wel eens uitzoeken.

Na het lezen van het artikel ‘Idiote regels (2)’ van Derk Dekker op Schaaksite kan ik het nog meer relativeren:

Daarom zou remise claimen pas mogelijk moeten zijn bij bijvoorbeeld tien keer dezelfde stelling. Of voor mijn part twintig keer, in ieder geval ruim meer dan drie. Op die manier kan de aanvaller rustig wat increment tanken in een kritieke stelling zonder direct een remiseclaim mogelijk te maken. Beide spelers hoeven niet actief te tellen hoe vaak dezelfde stelling is ontstaan, hun gevoel zegt ze wel of ze al ongeveer op de tien zitten of niet. En achteraf kan er altijd nog geclaimd of geconstateerd worden dat het al wel tien keer was, in dat geval wordt het dus alsnog remise.

https://www.schaaksite.nl/2018/01/04/idiote-regels-2-claimen/

Dat gaf me troost. Kan me er nu na onze partij van harte bij aansluiten. Sorry, Frank!

Geen verrassingen achtste finale bekertoernooi

De laatste drie partijen van de achtste finale van het bekertoernooi zijn op 17 februari gespeeld. Vladimir Bartels, Ton de Veij en Rob Hählen moesten vanwege het ratingverschil winnen om door te gaan naar de kwartfinale. Dat deden ze tegen respectievelijk Frank Reurs, Anton Stevens en Wim Dekker.

De indeling voor de kwartfinale:

Frans Hoepermans (1784) Frank van der Velpen (2009)
Rob Hählen (1750) Frans Kerkhoff (1626)
Vladimir Bartels (1857) Paul Meijer (1618)
Gerard Jongen (1406) Ton de Veij (1799)

Voor Frans H, Paul en Gerard is een remise genoeg om naar de halve finale te gaan. De winnaars van de eerste twee partijen spelen in de halve finale tegen elkaar, idem de winnaars van de laatste twee partijen.

Op basis van de rating is Frank van der Velpen de favoriet. Het verschil tussen zijn rating en die van de andere spelers is overal meer dan 150 punten (bij Vladimir scheelt het er maar 2!). Dat betekent dat Frank al zijn partijen zal moeten winnen om zich te kunnen laten kronen als de bekerkampioen van dit seizoen.