In de eerste halve finale maakte Wim Luberti met wit in 18 zetten korte metten met Rob Hählen. Wim deed in zijn eigen woorden “…eigenlijk niets en ineens stond ik goed…”. Als gevolg van een kostbaar tempoverlies (Dd8-a5-c7) was er na 14 zetten een stelling waarin sprake was van zetdwang. Zwart kon zijn stukken nauwelijks verplaatsen op straffe van stukverlies. In arren moede koos Rob ervoor te proberen de kansen van Wim op een koningsaanval te neutraliseren en dan de boel dicht te houden. Het gevolg was een gapend gat op d6. Toen Rob vervolgens nog een penning overzag was het pleit beslecht.

In de andere halve finale spelen Pieter Hopman en Warner de Weerd tegen elkaar.

De planning geeft aan dat op 25 februari de halve finale van de beker gespeeld wordt.

Voor de halve finale staan de volgende partijen op de rol:

Wim Luberti (2201)  – Rob Hählen (1804)

Pieter Hopman (2350)  – Warner de Weerd (2186)

beker intern  3^e ronde – kwart finale

9. Rob Hählen (1804)               – Marc Holla (1931)
10. Rob van Someren* (1897)   – Wim Luberti (2201)                 0 – 1
11. Warner de Weerd 2186        – Jacob van Twisk (1746)*
12. Ton de Veij (1825)*               – Pieter Hopman (2350)

De spelers met een * hebben genoeg aan remise om verder te bekeren.

4^e ronde – halve finale                 planning 25 februari 2016