De Tripel

Ik heb ze zien komen en ze zullen me zien gaan. Het was een snelschaaktoernooi bij Schaakclub US op een van de grachten in Amsterdam. Volgens mij de Herengracht.

Als toenmalig gerenommeerd snelschaker zag ik een jonge jongen op me af komen en die wilde wel een potje spelen voordat het toernooi zou beginnen. Het was Manuel Bosboom, een naam die ik toen nog niet kende. Een jonge ster aan het firmament. Het werd remise en ik vond dat een slecht resultaat. Ik weet niet of hij het toernooi uiteindelijk won, maar al snel moest ik concluderen dat de remise een nette prestatie van mij was. Ik heb de jeugdige kanonnen zien komen en in het begin hield ik ze nog wel in toom, maar uiteindelijk zal je als oudere schaker toch het onderspit gaan delven.

Zo zag ik tijdens mijn interne partij tegen Max de Boer en jonge jongen naast ons zitten schaken, die zijn tegenstander echt van het bord hakte. Dan weet je als oudere schaker dat er een moment komt dat de hele club aan je bord staat en geniet hoe je door die jonge jongen naar alle hoeken van het bord gestuurd wordt. Ja, dat is de cycle of chesslife.

En al vroeg schreef ik schaakverhalen waarbij de ondertoon was dat een oude schaker nog één keer een topprestatie levert. Ik heb er vele met die ondertoon geschreven, meestal gebaseerd op het boek ‘The old man and the sea’ van Ernest Hemingway.

Maar nu ik die oudere schaker ben, ben ik meer geïnteresseerd in die jonge, ietwat brutale schaker die die oudjes de les leert, dan wel wil leren. Edoch, ik ben dit seizoen dan toch weer even die oudere schaker, die een goede prestatie levert. Clubkampioen, winnaar van de beker en winnaar van het rapidtoernooi: de tripel. Ik heb aan Bert-Jan al gevraagd om maar één beker te krijgen, wel met als titel: de tripel. Die beker hoeft niet groot te zijn, hij is me dierbaar.

Het doet me denken aan het verhaal van Rob Hählen en die Kleine Club, bestaande uit mensen die van mij gewonnen hebben in de Keizer- of Bekercompetitie. Nu ik de tripel gehaald heb vraag ik me af hoeveel mensen ooit de tripel gehaald hebben bij Purmerend. Ik ben dan ook de ‘Tripel-club’ gestart. De club van tripelaars, met tot op heden één lid, ik dus. De eer is aan Rob om te checken of er meer mensen in aanmerking komen voor mijn Tripel-club.

Tot nu toe ben ik het enige lid en daar heb ik een Leffe Tripel op genomen.

2024-05-07 Frank van der Velpen

Naschrift

Natuurlijk heb ik met plezier voldaan aan het verzoek van Frank om te checken of er meer leden ooit een drieslag gemaakt hebben. Dat stuit echter op een probleem. In de geschiedenis van Schaakclub Purmerend is er in een seizoen om meerdere kampioenschappen gespeeld. Er zijn jaren waarin een, twee, drie of vier competities gespeeld zijn.

Vanaf de oprichting van de club in 1931 tot heden is er gestreden om het kampioenschap bij de senioren, meestal in de vorm van een Keizercompetitie. Voor de sterkere spelers was de Keizer niet zo interessant meer. Om hen toch actief te laten zijn op de clubavond hebben zij een aantal jaar hun krachten gemeten in een gesloten groep, de zogeheten Kroongroep (1994 – 2005. Na een paar jaar onderbreking is de Kroongroep opgevolgd door het Toptoernooi (2009 – 2012), met hetzelfde idee. De winnaars van de Kroongroepen en de Toptoernooien zijn in de archieven opgenomen als de kampioenen bij de senioren.

In het seizoen 1944-1945 wordt voor het eerst gespeeld om het kampioenschap van Waterland. In de beginjaren deden daar vrijwel alleen maar leden van de club aan mee. Als het kampioenschap niet was opengesteld voor schakers van buiten de club heette het het Zomerkampioenschap en is voor het laatst gespeeld in het seizoen 1980 – 1981. Dan volgt nog twee keer het kampioenschap van Waterland. Deze als gelijk te beschouwen competities zijn, met af en toe een jaar niet, gepeeld tot en met het seizoen 1986-1987.

De bekercompetitie, als opvolger van het Kampioenschap van Waterland/zomercompetitie, spelen we sinds 1987-1988. Snelschaken doen we, met een enkele onderbreking vanaf seizoen 1968 – 1969. De Rapidcompetitie spelen we vanaf het seizoen 2007-2008.

Dat is dus even puzzelen om te bepalen wie er eventueel buiten Frank in aanmerking komen voor het lidmaatschap van de Tripel-club.

Het eerste seizoen waarin er drie interne competities zijn is 1969 – 1970. Slechts in drie seizoenen is het voorgekomen dat een speler alle drie competities (Keizer of Kroongroep, snelschaken en beker) won: Peter van den Brink (1991 – 1992), Roland Verdonk (2001 – 2002) en Rob Schoorl (2004 – 2005).

Vanaf het seizoen 2007 – 2008 tot heden worden vier competities gespeeld: Keizercompetitie en drie keer het Toptoernooi, snelschaken, beker en rapid. Meteen in het eerste seizoen weet Yong Hoon de Rover drie competities te winnen: Toptoernooi, snelschaken en rapid.

Frank vergelijkt de Tripel-club met de Kleine Club. Bij de Kleine Club geldt de regel dat alleen actieve leden lid of aspirant-lid kunnen zijn. Om de analogie door te trekken moet dit dan ook voor de Tripel-club gelden. Schoorl en de Rover zijn bij mijn weten nog wel lid, maar spelen noch intern, noch extern voor Purmerend. Zij zijn dus geen lid van de Tripel-club.

De Kleine Club heeft ook aspirant-leden, zij die remise tegen Frank gespeeld hebben. Heeft de Tripel-club ook aspirant-leden? Die vraag moet Frank beantwoorden.

Aspirant-leden zouden diegenen kunnen zijn die ooit een dubbel hebben gehaald. Op basis daarvan zou de Tripel-club drie (nog actieve) aspirant-leden hebben: Anton Bakels (beker en rapid in 2012-2013), Rob Hählen (Keizer en zomercompetitie in 1978 -1979), Pieter Hopman heeft zelfs vijf keer een dubbel op zijn naam: (snelschaken en beker in 1999 – 2000, 2015 – 2016 en 2018 – 2019; Toptoernooi en snelschaken in 2009 – 2010 en 2011 – 2012).

Ook Frank van der Velpen heeft een dubbel (Keizer en rapid in 20018 – 2019) behaald. Dat is voor de volledigheid, Frank is al volwaardig lid van de Tripel-club.

Opmerkelijk feitje: mocht de Tripel-club bovengenoemde aspirant-leden krijgen, zij zijn (toevallig?!?) ook de enige leden van de Kleine Club!

De eindconclusie moet dus zijn dat de Tripel-club inderdaad nog maar één lid kent: Frank van der Velpen!

Voor de ambitieuze speler is de uitdaging alle vier huidige competities te winnen en beslag te leggen op de Quadrupel.

Uit zijn stukje hierboven lees ik tussen de regels door dat Frank die ambitie nog zeker heeft. Alleen zal hij bij het behalen van die titel naar een ander biermerk moeten switchen: La Trappe. Dat merk heeft een Quadrupel, Leffe niet.

Leave a Comment