Categorieën
Vandaag :Vandaag jeugd:
Vandaag niets op de jeugdagenda

Volledige handleiding voor het Schaakspel

 

De titel verwijst naar een boek van Dr. Max Euwe. Dit boek bevindt zich in de bibliotheek van onze schaakclub.

De eerste druk van dit boek verscheen in 1937. In het voorwoord geeft Euwe aan dat in het boek alle aspecten van het schaakspel ter sprake komen zonder te diep op die aspecten in te gaan. Derhalve zal het een boek zijn dat door een ieder, zonder veel inspanning, begrepen kan worden. Derhalve is het een geschikte kennismaking met het schaakspel.

Bij het doorbladeren van het boek bleek dat inderdaad alle aspecten aan bod komen: opening, middenspel, eindspel, mat en pat, waarde der stukken, positiespel, combinaties etc. etc. De inhoudsopgave alleen beslaat al vijf volle bladzijden!
Laatst zag ik Chris en Ruben in het voorportaal van onze club bezig met het mat zetten van de koning alleen met de koning en twee lopers. Die matvoering wordt door Euwe op pagina’s 55 t/m 58 in detail uit de doeken gedaan.
Op de frontpagina is te zien dat de zwarte koning in de hoek mat gezet is door koning, loper en paard en wel in de hoek die door de loper bestreken kan worden. Dus zelfs de frontpagina geeft schaakles.

Interessant is dat de titelpagina van het boek aangeeft dat de vijfde druk verschenen is in 1947 uitgegeven door Van Goor Uitgeversmaatschappij met vestigingen in ‘s-Gravenhage en Batavia(!). Het was inderdaad het jaar vóór de onafhankelijkheid van Indonesië (1948).

Het boek heeft toebehoord aan ene Arie (achternaam onleesbaar) die het boek op 9 april 1952 in bezit kreeg. Dat de eigenaar Arie heet blijkt uit een zich in het boek bevindende brief die ongetwijfeld als boekenlegger heeft gediend. De brief is gedateerd Den Haag 10/11-52 met aanhef “Beste Arie”.  In de brief geeft de afzender (onleesbaar) onder andere aan dat hij het zeer druk heeft gehad in verband met zijn vliegreis naar Indonesië. Tevens spreekt hij de hoop uit dat hij Arie op termijn in Indonesië hoopt te ontmoeten.

In het boek bevond zich ook een krant van 14 september 1953 en wel een sportpagina van het Haagse liberale dagblad Het Vaderland.
Klaarblijkelijk wordt het schaken als een volwaardige sport beschouwd want de pagina bevat nieuws over atletiek, tennis, voetballen, paardenrennen, handbal en hockey. Het schaaknieuws over het in Zurich lopende kandidatentoernooi, met name over de heel bekende partij Euwe-Najdorf, wordt uitgebreid weergegeven en neemt twee van de zeven kolommen van de pagina in beslag.

 

Curieus is de behandeling door Euwe van het en passant slaan.

In een eerdere publicatie op deze website, zie https://www1.schaakclubpurmerend.nl/nieuws/feike-dokter/ , kwam naar voren dat in de dertiger jaren van de vorige eeuw er onduidelijkheid bestond over het en passant slaan. Sommigen meenden dat ook stukken een pion en passant zouden kunnen slaan.
Dit komt ons natuurlijk heden ten dage bizar voor omdat de FIDE regels over het en passant slaan duidelijk zijn. Alleen pionnen kunnen en passant slaan, zie FIDE artikel 3.7.4.
Maar klaarblijkelijk waren in de dertiger jaren die regels niet éénduidig en voor meerdere interpretaties vatbaar.

Euwe behandelt het en passant slaan uitvoerig op pagina 16 en 17.
De lezer, daarmee gewapend, krijgt dan op pagina 43 de volgende vraag voorgeschoteld over de stelling die ontstaat na 17. ……h7-h5, zie opgave 10:

Op pag. 44 geeft Euwe het antwoord:

Klaarblijkelijk was toch de onduidelijkheid over en passant slaan in de dertiger jaren reden waarom de Maestro meende in zijn boek daar uitgebreid aandacht aan te moeten besteden.

Als detail zij nog vermeld dat op de omslag een klodder groene verf gemorst is. Dus zelfs bij het verven kan het boek nog goede diensten doen (als onderzetter voor verfpotten of om in verfpauzen verder te studeren??)

[Ondertussen heb ik het boek van Euwe weer in de bibliotheek geplaatst inclusief brief en krant.]

 

.

Delen