In ons clubblad Eeuwig Schaak, jaargang 1960/61, las ik dat toendertijd de contributie fl. 1,50 per maand was, ofwel 12 x fl. 1,50 is fl. 18 per jaar. Volgens tabellen over koopkracht door de jaren heen zou die fl. 18 op dit moment overeenkomen met een koopkracht van 50 Euro’s.

Het meest opmerkelijke is dat men verzocht werd om op elke eerste donderdag van de maand dat maandbedrag in het clublokaal handje-contantje aan de penningmeester te betalen.
Dat zou toch wel iets hebben om iedere eerste donderdag van de maand onze huidige penningmeester 9 Euro in de hand te stoppen en hem dat allemaal nauwgezet te zien administreren.

In het mei/juni 1961 nummer van Eeuwig Schaak werd door het Bestuur een oproep aan de leden geplaatst inhoudende dat vòòr 1 juli de contributie over het seizoen 1960/61 betaald diende te zijn. Elke resterende speelavond zou het mogelijk zijn om handje-contantje aan de penningmeester de openstaande schuld te voldoen.
Diegenen die niet in de gelegenheid zouden zijn om het lopende seizoen nog te verschijnen in het clublokaal, werden verzocht om het resterende bedrag per POSTWISSEL te betalen aan de penningmeester G. Grondman. Zo ging dat toen.

Betalen van contributie aan de penningmeester gebeurt (hopelijk) nog steeds, maar gaat wel in de vorm van bankoverschrijvingen, dikwijls per internet bankieren, of zelfs per eeuwig durende machtiging aan onze Schaakclub Purmerend.

Niets nieuws onder de zon: ook een schaakclub heeft te allen tijde geld nodig.