Categorieën
Vandaag :Vandaag jeugd:
Vandaag niets op de jeugdagenda

De Theoretici

SITUATIE, STIJL EN STRATEGIE 3

De vorige keer zijn de ‘Beschouwende’ spelers aan bod gekomen. Deze keer zoomen we in op de ‘Theoretici’. De belangrijkste kenmerken van dit type speler zijn dat zij over de schaakstrategie nadenken en modellen en theorieën ontwikkelen die helpen beter inzicht in schaakstrategie te krijgen. Hun ideeën testen ze in de praktijk, houden er zo lang mogelijk aan vast tot het tegendeel bewezen is. Zij zijn belangrijk voor de ontwikkeling van het schaakdenken.

Een belangrijk deel van de hedendaagse gedachten over strategie zijn terug te voeren op de zogenaamde Klassieke spelers. In het bijzonder natuurlijk Steinitz, de eerste speler die geprobeerd heeft een samenhangend kader te schetsen. Niet alles wat hij heeft bedacht is correct gebleken maar zijn ideeën vormden wel het platform waarop verder kon worden geborduurd. Steinitz wordt dan ook niet ten onrechte de ‘vader van de schaakstrategie’ genoemd.

Steinitz was niet zo geïnteresseerd in snelle winst door een flitsende aanval. De aanvalskunst in zijn tijd was niet zo ontwikkeld als nu, de kunst van het verdedigen al helemaal niet. Aanvallen waren vaak niet helemaal correct, de verdedigers lieten zich vaak overrompelen. Dat heeft ons fraaie partijen opgeleverd, van bijvoorbeeld Morphy en niet te vergeten de ‘onsterfelijke partij’ van Anderssen tegen Kieseritzky, nog maar eens zonder commentaar bijgevoegd omdat het leuk blijft hem na te spelen.

Steinitz wees op het belang van blijvende positionele voordelen. Hij formuleerde het principe dat een aanval alleen kan slagen als het gebaseerd is op gezonde positionele kenmerken.

De eerste voorbeeldpartij is er een waarin Steinitz demonstreert hoe het loperpaar te gebruiken. Hij was de eerste die het belang ervan inzag. Dankzij hem weten we hoe we de strijd tussen loper en paard moeten voeren.

De tweede partij is ook van Steinitz waarin hij de kracht van het loperpaar demonstreert volgens de methode zoals Réti die zo mooi (zie de eerste partij) heeft beschreven.

In de derde partij zien we Leko aan het werk. Leko heeft een goed ontwikkeld gevoel voor de pionnenstructuur in het centrum en voor de zwakte van velden en pionnen. Hij lijkt op de Klassieken door zijn systematische en methodische uitbuiting van dergelijke zwaktes.

Samengevat:
De Theoretici zijn zeer sterk in stellingen waar de nadruk ligt op het systematische spelen met een positioneel kenmerk zoals het loperpaar, de pionnenstructuur in het centrum of zwaktes in het algemeen. Zij combineren hun talent voor systematisch en logisch denken met een vaak grondige kennis van de schaakgeschiedenis en de ontwikkeling van de schaakstrategie. Zij zijn doorgaans goed voorbereid in de opening, op basis waarvan ze gezonde stellingen krijgen die om systematisch, planmatig spel vragen.

Tegenstanders moeten proberen de logische lijn te doorbreken. Streef naar stellingen waar de logica niet duidelijk is. En naar stellingen waarbij concrete stellingskenmerken belangrijker zijn dan ideeën over wat ‘de juiste strategie’ in een stelling is. Dat betekent zoeken naar scherpe varianten waarbij nauwkeurigheid van groot belang is.

THEORETICI

Pluspunten
• Zijn goed op de hoogte van de schaakgeschiedenis en de ontwikkeling van schaakstrategie, baseren hun besluiten daarop.
• Baseren besluiten op logisch denken, partijen zijn vaak logisch en systematisch, met een duidelijke lijn.
• Goed begrip van algemene concepten en theoretische modellen.
• Willen langdurende theorieën ontwikkelen, in alle fasen van het spel.
• Goede openingskennis en -voorbereiding.
• Focus op een gezond openingsrepertoire, dat leidt tot gezonde stellingen.
• Het openingsrepertoire is solide, gebaseerd op een gedegen overall concept en zijn daarom steeds weer te gebruiken, gaan lang mee.
• Goed begrip van de pionnenstructuur in het centrum en hoe die de strategie bepaalt.
• Goed in het spelen in gesloten en halfgesloten stellingen (= planmatig, minder concreet).
• Hebben een voorkeur voor het loperpaar, kunnen er goed mee overweg.
• Sterk in stellingen waarbij de nadruk ligt op het benutten van positionele kenmerken, zoals loperpaar, structuur in het centrum, pionzwaktes.
• Blijvende positionele voordelen.
• Een aanval kan alleen slagen als hij gebaseerd is op positionele voordelen.
• Systematische werkers, vooral geïntroduceerd door Botwinnik.

Minpunten
• Kunnen soms rigide zijn, vasthouden aan eigen denkbeeld, plan.
• Dogmatisch denken.

Spelen tegen een Theoreticus:
• Doorbreek zijn logische gedachten.
• Streef naar stellingen die niet ‘logisch’ zijn.
• Baseer besluiten meer op concrete varianten dan op grondige kennis van wat ‘het juiste plan is in dit type stelling’. De theoreticus begrijpt daar meer van.
• Kies scherpe, maar geen dubieuze, openingen.

Spelers
• Steinitz
• Tarrasch
• Nimzovitch
• Botwinnik
• Kramnik
• Leko

‘Denkers’.

Delen