In de eerste wedstrijd van dit seizoen in de Topklasse van de NHSB spelen we thuis tegen Santpoort.
In deze klasse wordt het voor ons vechten voor lijfsbehoud en knokken voor elk punt. De gemiddelde rating van ons opgegeven team is slechts 1993. Alleen Caïssa-Eenhoorn heeft een lager gemiddelde (1931).
In de wedstrijd treedt Santpoort aan met drie invallers en is de gemiddelde rating gekelderd van 2063 naar 2006. Bij ons is met twee invallers de gemiddelde rating juist gestegen tot 2049. Als in ieder geval drie spelers aangeven dat in hun partij minstens een halfje méér zeker tot de mogelijkheden had behoord, is het duidelijk dat dit verlies onnodig was.
Het verslag van de wedstrijd, grotendeels gebaseerd op de inbreng van de spelers:
Op bord 1 speelt Barry als invaller tegen Peter de Roode. Een herhaling van de partij in het vorig seizoen. Barry vat zijn partij als volgt samen:
Het was een lastige opening, waar ik in het vroege middenspel beter kwam te staan. Ik had een mooie aanvalsstelling, maar koos een aantal maal niet de meest nauwkeurige voortzetting. Peter bleef taai verdedigen totdat ik een tactisch trucje over het hoofd zag, wat de stelling weer in evenwicht bracht.
De stelling bleef ingewikkeld daarom bleef ik het proberen, maar ging daarin te ver. De witte a-pion werd te sterk en mijn tegenstander schoof het koel uit.
Bord 2 is bezet door Pieter. In de opening wint Pieter een pion. Daarna geeft hij een kwaliteit voor nog een pion en een koning die op de tocht staat. Als zwart de kwaliteit terug zou geven, blijft wit hoe dan ook groot voordeel houden. Met kleine zetjes en lastige dreigingen vergroot Pieter heel nauwkeurig zijn voordeel. Na 38 zetten houdt zwart het voor gezien. In de slotstelling na 38. fxe5+ werken alle witte stukken samen in de aanval op de koning en staan de zwarte stukken, op een toren na, vanaf de damevleugel toe te kijken. Het slot van de partij:
De Robben mogen tegen de Looijers. Zelf speel ik op bord 3, een tactische opstelling uit de koker van Pieter. Als ik hem vraag wat de reden is zegt hij dat ik tegen betere spelers kan scoren. Inderdaad de ‘story of my life’, hoe vaak pakte ik in (jeugd, maar ook later) zeskampen niet 2½ punt tegen de nummers 1 tot en met 3, om vervolgens de mist in te gaan tegen de laatst geplaatsten en als vierde te eindigen.
In de opening sta ik wat met zwart wat gedrongen. Op de 12e zet posteer ik een paard op e6. Dat oogt vreemd, maar dit heb ik ooit voor het eerst tegen de toentertijd nationale kampioen correspondentieschaak op het bord gehad. In de analyse achteraf kwamen we tot de conclusie dat het paard er prima staat. Mijn tegenstander verzinkt in gepeins en na een minuut of 20 komt hij met 13. Ta3. De bedoeling van deze zet begreep ik niet goed. Is het idee de toren via a3 naar de koningsvleugel te spelen om de aanval te versterken? Maar op de derde rij staan nog veel obstakels. Of is het dan de bedoeling de toren naar b3 te spelen om mijn stukken aan pion b7 te binden? Volgens Stockfish sta ik daarna iets beter. Daar ben ik me niet heel erg van bewust, wel dat de stelling genoeg in evenwicht is om op de 17e zet remise aan te bieden. Dan heb ik recht gedaan aan de tactische opstelling. Mijn tegenstander vertelde me achteraf dat hij het remiseaanbod aan had willen nemen. Maar omdat Santpoort inmiddels met 3-0 achterstaat moet hij doorspelen.
Mijn stukken worden actiever en ik besluit risico te nemen. Wellicht zit er meer in dan een remise. Het advies van Enklaar aan mij: ‘Rob, hier moet je niets doen…’ is weer eens niet aan me besteed. Als ik gewoon ‘ga staan’ zie ik niet hoe mijn tegenstander erdoorheen had moeten komen. De stellingswaardering na mijn 20. …, c5 keldert van -1,69 naar 0,00. Weer wat zetten later vind ik dat de samenhang in mijn stelling minder wordt. Om het initiatief naar me toe te trekken besluit ik tot een pionoffer dat mij de f-lijn geeft en kan ik wellicht gevaar stichten met een te creëren vrijpion.
Dan gaat wit met 27. Tb3? in de fout. Op die fout hoopte ik omdat er dan een leuke combinatie mogelijk is. Het ‘hier zit iets in’-gevoel is er nog. Maar ik moet er natuurlijk vanuit gaan dat wit dat ook ziet. Ik zie wel dat Txb7 met tegenaanval mogelijk is, maar kijk er niet genoeg naar en mis daardoor een essentiële tussenzet die me voordeel had opgeleverd.
Daarna staat het weer gelijk en schieten we beiden nog een bok. In compleet gelijke stelling, met beiden nog een minuut of twee op de klok, bied ik nog een keer remise aan. Dat wordt wederom niet aangenomen. Ik win dankzij mijn vrijpion nog een stuk, het eindspel dat dan ontstaan is met T en 7 (!) pionnen voor hem tegen T+L en 3 pionnen voor mij is volgens de computer houdbaar. Alleen speelt wit voor twee resultaten en ik voor een. Maar als ik daarna compleet overzie dat ik de loper verlies is het gedaan.
Een jammerlijk slot van een enerverende partij.
Naast mij zit Dennis op bord 4. Af en toe een zijdelingse blijk stemt me aanvankelijk optimistisch. Maar later in de partij heeft de tegenstander van Dennis een vrijpion die alleen ten koste van materiaal te stuiten is. Een nul voor Dennis is het resultaat.
Bij een schaarse wandeling langs de borden keek ik naar de stelling van Romayn op bord 5. Het zag er bij vluchtige beschouwing niet beroerd uit. Toch heeft hij de partij verloren. Helaas heb ik daarover geen nadere informatie.
Anton zit op bord 6. In zijn commentaar geeft hij aan dat hij de hele partij de betere stelling heeft. Desondanks lukt het niet het hele punt binnen te halen. Anton is 24. Txf7 met groot voordeel van plan. Maar hem ontglipt 24. Lxg5 waarna er geen voordeel is.
Op bord 7 is Daniël ingevallen voor Ton. Over zijn partij schrijft hij:
Donderdagavond kon ik dankzij Ton invallen in de thuiswedstrijd tegen Santpoort N1.
De opening ken ik goed en leidt vaak tot winst. Het idee is om de koning zo lang mogelijk in het centrum te houden. Als dat niet lukt, volgt er vaak makkelijk gelijkspel, wat voor zwart in de Topklasse aan te raden is. De derde zet van mijn tegenstander leidde tot een fout op de zesde zet. De pion op f2 werd meteen onhoudbaar. Een vroege pionwinst is altijd welkom, vooral als er geen compensatie voor wit is. Op zet 15 begon ik te drukken op f3 en de bijbehorende pionnenstructuur. Mijn twintigste zet …, e4 gaf de doorslag en leidde naar meer voordeel en nog een extra pion.
Na zet 23 bleek de witte koning open te staan en ga ik erachteraan. Op zet 28 moest ik oppassen voor eeuwig schaak, maar mijn koning kon veilig naar h5. Op zet 33 kreeg ik een remiseaanbod, maar ik wist al dat mijn koning veilig naar h5 kan. Op zet 36 zou …, De2 met schaak dameruil forceren, maar ik deed dat niet omdat ik eerst nog een extra pion kon winnen. Na 41 geeft mijn tegenstander op.
Het was een solide partij van mijn kant, waarin ik weinig kansen weggaf en uiteindelijk de winst kon pakken.
Bord 8 wordt bezet door Rob. Op de 8e zet speelt hij een a-thematische zet. Die hem achteraf doet verzuchten hoe hij zich dit soort dingen toch in het hoofd haalt. Een goede loper afruilen tegen een niet ontwikkeld paard. Een paard dat bovendien veel moeite moet doen om aan het spel deel te nemen. Gelukkig is zijn tegenstander zo goed hulp te bieden door zichzelf op te zadelen met een slechte loper en een permanente zwakte op f7. Daarna vergroot Rob stelselmatig de druk. Er ontstaat een eindspel met voor beiden een dame en een toren. Rob heeft open g-lijn ferm in handen. In combinatie met een gedekte vrijpion op f6 is groot materiaalverlies en mat niet te voorkomen, zie het slot.
Voor nu de wonden likken. Er zijn nog acht wedstrijden te gaan met kansen op een beter resultaat. Op 14 oktober wacht ons de cruciale uitwedstrijd tegen Caïssa-Eenhoorn.
2025-10-01
Rob Hählen